Omzwervingen 

Eens in de zoveel tijd kriebelen mijn benen

en zetten het dan op een lopen

en ik stel me voor: 'Avonturier'

te Zijn

soms op blote voeten

vaker op sokken

Foto door Reyer Boxem


Vallende sterren

30 augustus 2024, Bromskirchen (DU)


Licht werd als poedersuiker door een vergiet gezeefd, en lichtpuntjes hingen in de lucht als kleine doorkijkjes van een wereld waarin niets anders dan licht bestaat.

Men zei dat het onmogelijk is licht te zien als het niet donker is, en de sterren geven te weinig licht om de nacht te verlichten.

Daardoor zijn sterren zichtbaar. Her en der valt er eentje naar beneden. Men vangt ze op met een netvlies, door de ogen open te houden.

Highway to heaven

18 augustus 2024, Hallenberg (DU)

 

We waren net op tijd voor een optocht. Er werden plechtige woorden gezongen en het klonk mooi, maar begrijpen deed ik het niet. Dat hoefde ook niet - ik was getuige en liet me meevoeren op een stroom van zingende mensen.

De mooiste bloemen waren voor de vorm in precieze patronen op de weg gelegd als een spoor dat ons weg leidde en ons weer terug liet komen. Een bloem woei onopgemerkt weg uit het patroon. In een reflex dook ik op de grond om hem weer terug te leggen, maar iets weerhield me. Voelde een soort tevredenheid dat de wind de plechtigheid zomaar kon doorbreken, ook al leek niemand het op te merken. Ik vond de wind grappig.

Een paar minuten later kwam de plechtigheid ten einde, en kwamen de bezems tevoorschijn. Alle sierbloemen werden opgeveegd als grofvuil, we redden wat er te redden viel en de kinderen maakten een bloemenzee in een badkuip.

 

Assepoester en de zoen aan de horizon

25 juli 2024, Marrum (NL)

 

Steun en toeverlaat in natte tijden verloren: De Poncho. Ik had geen idee wanneer ik hem voor het laatst gezien had, want ik had al een paar dagen geen regendruppel vernomen. Voelde me wel een beetje schuldig naar De Poncho - dat ik het hem zomaar kon verliezen nu het weer een tijdje z’n goede pet op had.. toen ik vrede gevonden had zonder De Poncho mijn tocht voort te zetten en nieuw record aan kilometers in de benen had, vond ik dat ze het laatste stukje van het pad dat ik liep er nog wel even achteraan konden plakken. De benen protesteerden: verkramping, pijnlijkheden, blaren.. ik hield dus nog maar even pauze op een zeldzaam bankje in de schaduw.

Toen ik opstond en de tas weer op mijn rug hees viel er demonstratief één sandaaltje met een korte plof op de grond. De ander bleek er al niet eens meer aan te hangen. Ik kon het niet uitstaan dat ik het voor elkaar kon krijgen om op één dag De Poncho én een der sandalen te verliezen, en vond het eigenlijk ook wel zielig voor die ene achtergebleven sandaal die er nog wel aan hing.. dat ie nu een eenzame, doelloze toekomst tegemoet trad door gescheiden te zijn van die ander. Ik fantaseerde al over de tochten die ik zou lopen op één sandaaltje, óf het vinden van een nieuwe grote sandalen liefde voor mijn achtergebleven sandaal - maar hinkelen leek me wel leuk, maar toch ook wat omslachtig, en ik had zo’n vermoeden dat het jaren kon duren om een rechter Limited Edition Teva sandaal in maat 38 van ongeveer dezelfde levensduur te vinden. Daarbij zou geen één natuurlijk precies zo zijn zoals die ene, dus er zat niks anders op: ik zou hem terug vinden.

Speurend liep ik wat kilometers terug en had de hoop op operatie sandaal bijna opgegeven toen ik het sandaaltje ongeschonden aantrof voor de ingang van een oase in de Friese vlakte - waar ik eerder blijkbaar straal langs heen gebanjerd was. Ik kon er mijn tentje op zetten en er was een meterslange trap omhoog waar ik op klom en getuige werd van de zon die in de verte het water een nachtzoen gaf.
Het was ware liefde.

 

Doodlopend

23 juli 2024, Holwerd (NL)

 

De route deed het niet. Het bestand stuurde me in één lijnrechte beweging naar São Paulo. Vond ik niet heel erg - kon ik een kortere route nemen naar Holwerd. Maar de “kortere” route leidde algauw naar een kleine verstopte kerk met een volle begraafplaats eromheen. Boven de poort hingen twee doodshoofden die me dramatisch aanstaarden en werd ik subtiel nog even gewezen op het “Memento Mori” tussen hen in.

Er was een schilder aan het werk en hij vroeg of ik de kerk van binnen wilde zien, want hij had de sleutel en hij was nieuwsgierig naar waar ik wel helemaal naar toe ging. Ik noemde de naam van het dorpje dat ik ‘s ochtends tot doel bekroond had en vertelde van mijn “kortere route” en dat die me hierheen leidde, maar dat ik helemaal geen pad meer zag. Hij moest lachen en zei dat dat kon kloppen - t liep hier dood. Maar, tussen de struiken zat misschien een klein paadje! Hij wist alleen niet waar dat uit zou komen. Ik nam het zijweggetje en het onbekende voor lief, blij dat ik het kerkhof kon verlaten.

Het zijweggetje leidde naar een onbegaanbaar veld vol bloemen in de bloei van hun leven. Wonder mooi! Maar nergens een pad voor mijn twee inmiddels aardig zenuwachtige benen. Vele zijweggetjes en gammele bruggetjes volgden en de “kortere route” werd een dag vullende omweg. Maar omweg of kortste route, iedere dag bepaalt een ander dorpje de koers. De ‘doelen’ zijn altijd hetzelfde: slaapplek, water, eten. Kerken hebben vaak een WC (halleluja!) en af en toe een douche is echt Goddelijk. Het gaat allemaal eigenlijk helemaal nergens over en het schijnt ook vrij simpel te zijn. Ik loop, eet en schrijf wat, en voel me aan het einde van de dag voldaan.

Memento Mori?.. Momentje, ik geniet.

 

Vreemde verantwoording

20 juli 2024, Zoutekamp (NL)

 

Of ik helemaal alleen ben. En of dat dan niet eng is. “Ja-ha” en “nee hoor” was ik geneigd triomfantelijk te antwoorden. Misschien omdat iets in mij vond dat het er zelf nog aan moest twijfelen; alsof ik de mogelijkheid om het misschien eng te vinden kon uitschakelen door een trefzeker antwoord.

Maar als ik loop duikt iedereen overal op met dezelfde vraag en stel ik al die iederenen minstens vijf keer per dag gerust. Het is grappig en triest tegelijk, maar ook aandoenlijk dat men zich bekommert om me en dat ik dan mezelf geruststel door iedereen gerust te stellen. Of andersom.

Dus vanaf vandaag zeg ik maar verlegen tegen iedereen: “Nee, ik ben niet alleen, hallo!” en “Vind je mij dan eng?”

Schuilen in elkaars schaduw

18 juli 2024, Pieterburen (NL)

 

De hele dag liep ik over een dijk langs het randje van een stukje land. Al die tijd was ik het hoogste punt, voor zover ik zien kon (en ik kon zien tot waar ik niet meer kon zien.) Dat je ogen zich scherp stellen tot waar de horizon over gaat in lucht en dat dat dan een vreemde bevredigende tinteling teweeg brengt, ergens achter je ogen, in je hoofd. Zo ver.

De zon brandde fel, ook al was het af en toe bewolkt. Ik passeerde een groepje schapen die schuilden in elkaars schaduw. Ze stonden netjes in een rijtje achter elkaar en de voorste zocht telkens beschutting achter de achterste wanneer het hem te heet werd in het felle licht. Onwillekeurig moest ik denken aan het waanzinnige idee dat alles liefde zou kunnen zijn: wat als er zoveel licht is dat je erin zou kunnen verbranden? De schapen in het felle licht zochten elkaar op om zichzelf en daarmee elkaar beschutting te geven.

Mijn armen kleurden al aardig rood en ik vond het zo’n een hartverwarmend tafereeltje, dat ik stond te smelten, daar op die dijk in de zon. Want ik kon niet meedoen, de schapen waren bang voor mij.

Tante Pastellia

5 juni 2024, 't Loo (NL)

Vannacht logeerde ik bij tante Pastellia in de achtertuin, op het kersverse strak gemaaide gazonnetje. Ik liep langs haar huisje in het godvergeten dorpje in een bos, speurend naar een grasveldje. In de wijde omtrek was geen camping, supermarkt of café te bekennen, en ik was niet van plan mijn tentje in het bos op te zetten in verband met de teken, donkerte en de griezelige takken, dus ik was voor het eerst werkelijk aangewezen op een achtertuin.

Ze wees me na, nieuwsgierig naar wat mijn “hele hebben en houwen” daar op mijn rug deed. Toen ik vertelde dat ik nu ander halve week aan het lopen was, en het idee was ik dat ook nog even vol te houden, werden haar ogen groot en keek ze me aan alsof ze ieder moment alla tante Pastellia flauw kon gaan vallen. “Nee.. nee, toch… je bent gek!” zei ze. Haar mond open gevallen. “Spieralleen?! Hoe oud ben je?! Wat is je doel voor vandaag?!” Ik vond haar wel grappig, maakte gebruik van de situatie en grapte verlegen dat ‘Hier’ mijn doel was. En ik vertelde dat ik nog een grasje zocht voor mijn tentje. Die had ze wel! Ook koffie.

Ze keek naar me terwijl ik mijn tentje vliegensvlug opzette, en rende naar binnen om enthousiast te vertellen “dat er een avonturier, nog wel een mooie jonge vrouw in de tuin zat te logeren” en ik maakte kennis met manlief, zoon + vriendin, opa, de buurman en de buurpoes. “Logeert hier een avonturier?” Hoorde ik een paar keer nieuwsgierig aan de voorkant van het huis langs de weg. “En wat géte doen dahn, môn awer wegge?” En ik wist niet of ik dat heel grappig of heel eng vond.

Over wortels struikelen

3 juni 2024, Wezep (NL)

Vandaag liep ik mezelf voor de voeten. Ze schenen om géén reden haast te hebben, waardoor ik de powerbank, het water en de lunch vergat. Zelfs de dames van het koffietentje schenen door te hebben dat ik een ochtendhumeur had, American pancakes bleken koud niet lekker (*misselijk makend) en ik liep te foeteren op mijn linkerbeen.

Al zwikkend en struikelend ben ik beland op de Veluwe - daar waar mijn wortels liggen (en die van de vele bomen met mij, ik was ze bijna vergeten na het overzichtelijke Friesland en Overijssel). Ik stampte mezelf een weg door het bos - op de hielen gezeten door mijn angsten voor wolven, zwijnen, griezelig gevormde takken, wespen, de onoverzichtelijke dichtheid van het bos, teken, de krakende stilte van de bomen en wat voor verhalen al niet meer - en zette dus wederom maar weer een nieuw record neer, niet wetende wat met de energie aan te moeten.

Maar de wolken klaren op. Er was regen voorspeld, en de zon schijnt nu in de achtertuin van een lieve mevrouw. En toch, te weten dat ik nu al drie provincies doorkruist heb en thuis aan de andere kant van het bos is, maakt het lastig om niet als een schuw katje terug naar huis te sprinten, me te verstoppen onder mijn bed en genoegen te nemen.

Sleutel van de voordeur

1 juni 2024, Blokzijl (NL)

De zon scheen, de tent was droog en mijn benen konden weer huppelen. Per ongeluk zette ik een record neer - 23 km op een dag. Wondermooie route, schapenwolkjes, om de 100 meter sloepjes met cliché, maar motiverende kreten zoals “dol-fijn”, “noorderwind”, “spirit” en “vrijbuiter”. En plotsklaps een hele straat met vlaggen, uithangborden en spandoeken! Een feest stond op punt van beginnen. De hele dag zwaaiden mensen vanachter hun ramen naar me alsof ik een oude bekende van ze was. Ik waande me de koningin en wuifde maar verlegen terug naar iedereen.

Het was ook de eerste dag dat ik aanbelde bij een tuin met een huis - of ik mijn tentje er zou mogen opzetten voor een nacht. De hele dag kwam ik mooie tuinen met huizen tegen waarvan ik dacht: daar durf ik wel aan te bellen. Maar ik deed het niet. Niet bang voor een “nee”, maar bang voor een “ja”.

Tot het láátste huis, waar platteland weer overging in dorp. De drang naar een avontuurtje hield het niet meer, dus ik verzamelde mijn moed en belde aan. Het leek me namelijk een tuin waar ik evengoed makkelijk een “nee” kon krijgen - het gazon was net gemaaid. Ik stelde mijn gekke vraag en had in elk geval een moment van bedachtzaamheid verwacht, maar in plaats daarvan kreeg ik direct de sleutel van de voordeur in mijn handen gedrukt en toegang tot de tuin, aan het water. Wat bedremmeld en als een schuld bewust hondje zat ik even later in mijn tentje te peinzen of ik het kon vertrouwen dat een ander mij nog sneller vertrouwde dan dat ik zelf deed.

Schelpen volgen

29 mei 2024, Oldenlamer (NL)

Vier dagen geleden besloot ik een eeuwenoud pad te volgen. Ik had een paar dagen aangemeerd bij een klooster in Fryslân, en ontdekte daar de start van een pad en ook een nieuw thuishaventje, dat ik denkbeeldig in mijn rugzak kon stoppen.

Per dag vraag ik aan mijn pootjes hoe het met ze gaat en tot nu toe hebben ze zin om voort te gaan. Al zegt mijn rug dat de tas die het moet dragen veel te zwaar is. Ik zeg streng, maar vriendelijk tegen mijn rug dat ik dingen mee heb die handig zijn voor speciale momenten, zoals een pakjespeelkaarten, een lekkerluchtje, en een over-complete EHBO-kit.

Ik zie met de dag hoe het loopt en zeg bescheiden tegen iedereen dat het morgen ook klaar kan zijn. Dat is ook zo. Toch lijkt het of alles en iedereen me een richting op duwt. En ik volg alles en iedereen, en wijk vaak per ongeluk af van de route die aangegeven staat met schelpjes. Dan omsingel ik bomen op de kaart en zigzag een beetje door de wereld.

Maar vandaag ontmoette ik Mechtild en Linda, eigenlijk per toeval omdat ik het verkeerde telefoonnummer draaide van een camping - hun ini mini camping. Ik mag mijn tentje opzetten in de tuin van een plek waar ik van droom. Na haar pelgrimsverhalen en -dromen, een boek, een kaart en een route, bedacht Mechtild dat ze nog ergens een schelp had liggen - een soort “verzekering” voor onderweg. Ze boorde er gaatjes in, deed er een touwtje door en warempel zit het ding nu aan mijn rugzak.

Het huis met de Doorkijkjes

27 mei 2024, Reard (NL)

Ik liep in stevige tred langs een huisje door een straat in een klein dorpje. Ik was net verkeerd gelopen en had blijkbaar in een cirkel gelopen, waardoor ik op de kaart een bosje bomen omsingeld had.

Vanuit mijn ooghoek zag ik de opening van een kijkdoos in de vorm van een raam en iets aan de manier van openzetten wekte mijn nieuwsgierigheid. Nog voor ik erover na kon denken volgden mijn benen dat gevoel en stapten langzaam drie passen achteruit.

Wat ik zag waren verschillende werelden, maar wat hen leek te verbinden was een soort verlangen. Ik noemde ze voor het gemak maar Doorkijkjes. Ze waren bij elkaar gebracht door iemand die ze verzameld had. Misschien ook wel zelf gemaakt, dat wist ik niet zeker. Een tel later ging de deur naast het raam open en vroeg een kleine oude man, Otto, of ik binnen wilde komen - er was nog veel meer te zien verzekerde hij me. Mijn rugzak paste niet door de deur, dus die deed ik af.

Ik stapte een Doorkijkje in en binnen leefde het. Nadat Otto bij ieder schilderij - sommigen zo klein als een postzegel, anderen zo groot als een raam - een fragment uit zijn leven verteld had, begon elk schilderij te dansen van plezier. Sommigen snel, anderen langzaam. Het alles duurde nog geen 15 minuten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb